Narratieve Exposure Therapie

Narratieve Exposure Therapie (NET) maakt gebruik van een "levenslijn" om de levensgeschiedenis van een cliënt in kaart te brengen. Hierbij worden belangrijke momenten gemarkeerd met symbolen:

  • Stenen: voor traumatische of pijnlijke gebeurtenissen.
  • Bloemen: voor positieve en fijne herinneringen, al zijn ze maar heel klein.
  • Kaarsjes: voor het gedenken van belangrijke personen die zijn overleden. 

 

Tijdens de sessies werkt de cliënt samen met de therapeut om het hele levensverhaal in detail te vertellen, met bijzondere aandacht voor traumatische gebeurtenissen. De stenen worden uitgewerkt aan de hand van exposure therapie. Het levensverhaal wordt vervolgens opgeschreven en elke daaropvolgende sessie wordt dit weer voorgelezen. Door het gebruik van deze symbolen kan iemand zijn of haar leven in een groter perspectief zien en wordt het gemakkelijker om patronen te herkennen en verbindingen te leggen tussen verschillende ervaringen. Het proces helpt bij het opbouwen van een samenhangend levensverhaal, wat kan bijdragen aan de verwerking van trauma's en het verminderen van PTSS-klachten.